Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen riepen zij tot den HEERE, en zeiden: Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om dezes mans [42]ziel, en [43]leg geen onschuldig bloed op ons; want Gij, HEERE! hebt gedaan, gelijk als het U heeft behaagd. 42. Dat is, persoon. Zie Gen.12:5. 43. Dat is, reken ons toch niet toe en straf er ons niet om, als om een doodslag, dat wij dezen man [die ons niets heeft misdaan en van wiens zaken wij niet weten dan hetgeen hij ons zelf heeft gezegd] moeten overboord werpen; want wij doen het ongaarne en door nood. Het blijkt dat dit alles uw werk en bestuur is, en wij mogen U niet tegenspreken. Gij hebt in deze zaak gedaan naar uw welbehagen. Zie van de manier van spreken Richt.9:24.